 |
|
 |
Japan
bestaat uit vier grote eilanden. Hieromheen bevinden zich
talrijke kleinere eilanden. Van het noorden naar het zuiden
zijn Hokkaido, Honshu (het grootste eiland, waar zich de hoofdstad
en de grootste
|
 |
steden
bevinden), Shikoku en Kyushu de belangrijkste
eilanden. Japan heeft tegenwoordig meer dan 124 miljoen inwoners.
|
|
|
 |
 |
GESCHIEDENIS
Volgens een legende werd Japan 660 v. Chr. gesticht door keizer
Jimmu, een afstammeling van de zonnegodin. In de eerste eeuwen bestond
het land uit diverse koninkrijken die geregeerd werden door priesters.
De clan van de Yamato werd de machtigste en zorgde er voor dat de
verschillende Japanse koninkrijken zich verenigden. De Yamato-hogepriester
werd de eerste keizer en de hoofdstad werd gevestigd in Kyoto.
In de 9e eeuw kreeg de familie Minamoto het in Japan voor het zeggen.
Hun leider, Yoritomo, nam de titel "shogun" aan en vestigde zijn
hoofdstad in Kamakura. Zijn militaire dictatuur duurde 700 jaar.
In 1542 maakten Portugese zeelieden als eerste Europeanen contact
met Japan. Als gevolg hiervan kwam de handel met het Westen op gang.
Door de komst van missionaris St. Franciscus Xaverius kwam in 1549
het Christendom naar Japan.
Aan het einde van de 16e eeuw kregen drie strijdheren (Nobunaga,
Hideyoshi en Ieyasu) het hele land in hun macht. Ze bouwden hun
paleizen in Yedo (dat later Tokio genoemd werd) en ze vormden een
efficiënt maar meedogenloos bestuursapparaat. Jaren van vrede en
stabiliteit volgden, maar Japan verbrak de handelsrelaties met het
Westen en het land raakte in een isolement. Nederland kreeg als
enige land toestemming om handel te drijven met Japan.
De Japanse samenleving was erg hiërarchisch opgebouwd. Bovenaan
stond de daimyo en hieronder volgden de samoerai, de boeren, de
ambachtslieden en de handelaren. De handel ontwikkelde zich en als
gevolg hiervan deden geld en kredietverschaffing hun intrede. De
steden groeiden en de handelaren werden rijk en machtig.
In 1867 kwam de shogun ten val. Na een kort gevecht werd de jonge
keizer Meiji op de troon gezet en Tokio werd de keizerlijke hoofdstad.
De nieuwe heersers hadden al gauw door dat het isolement van de
rest van de wereld niet houdbaar was. Japan liet zich in met de
handel met het Westen en het land werd een militaire en industriële
grootmacht.
In 1894 begon Japan een oorlog tegen China. Japan zegevierde en
breidde z'n territorium aanzienlijk uit. In 1904 volgde de oorlog
met Rusland en ook dit leverde gebiedsuitbreiding op. In 1910 werd
Korea door Japan veroverd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog steunden
de Japanners het Duitse Keizerrijk en in ruil hiervoor kreeg Japan
de Duitse eilanden in de Grote Oceaan. In de Tweede Wereldoorlog
koos Japan opnieuw de kant van Duitsland en Italië en zond het troepen
naar Indochina. Japan viel vervolgens de Verenigde Staten en Groot-Brittannië
aan. De geallieerden moesten de door Japan bezette delen van Azië
eiland voor eiland heroveren. Het Japanse vasteland werd op dat
moment geteisterd door zware bombardementen. Uiteindelijk gooiden
de Verenigde Staten een atoombom op Nagasaki en kort hierna gaf
Japan zich over.
Na 1945 werd Japan een van de machtigste economieën ter wereld.
De welvaart is vooral te danken aan de ontwikkeling van de technologie
en de zware industrie. |
|
 |
 |
RELIGIE
De belangrijkste religies in Japan zijn het Shintoïsme en het
Boeddhisme. Het Shintoïsme (dat letterlijk betekent: "de manier
van de goden") is de oorspronkelijke religie van het Japanse volk
en is diep verworteld in de Japanse traditie. Shintoïsme is gebaseerd
op het vereren van de natuur en de voorouders. De essentie van Shintoïsme
is "kami", de goddelijke geest die overal op hemel en aarde kan
worden aangetroffen. De mensen, net zoals alle andere levende wezens,
worden als kinderen van de kami beschouwd.
Het Shintoïsme heeft vele goden en de bekendste is de Zonnegodin
Amaterasu Omikami. Er wordt verondersteld dat alle mensen wezenlijk
goed zijn en dat het kwaad wordt veroorzaakt door boze geesten.
Het doel van de meeste rituelen is om zich de boze geesten van het
lijf te houden. Dit gebeurt door middel van loutering, het brengen
van offers en het uitspreken van gebeden. De plaatsen waar de rituelen
plaatsvinden, worden "schrijnen" genoemd en hier huizen de kami.
De schrijnen zijn voorzien van Torii, speciale doorgangen voor de
goden. Wanneer de gelovigen deze Torii passeren, verlaten ze de
eindige wereld en komen in de oneindige wereld van de goden terecht.
Tijdens een bezoek aan de schrijn zuivert de gelovige zichzelf en
komt via de Torii weer terug in de eindige wereld. Shinto-priesters
voeren de zuiveringsrituelen uit.
Het Shintoïsme kwam in conflict met het Boeddhisme toen dit in de
6e eeuw in Japan geïntroduceerd werd. De volgelingen van het Boeddhisme
geloven dat het menselijk leven vol is van lijden dat veroorzaakt
wordt door aardse verlangens, ziektes, dood en verlies. Door de
verlangens en de pijn af te zweren kan men een hogere fase van verlichting
(Nirvana) bereiken en zo ontsnappen aan het aardse lijden. Na niet
al te lange tijd bestonden het Boeddhisme en het Shintoïsme vredig
naast elkaar en de gelovigen namen zelfs verschillende aspecten
van elkaars godsdienst over.
Vandaag de dag zijn er in Japan veel mensen die beide religies aanhangen.
Ze zoeken steun in het Shintoïsme en ze bezoeken de religieuze schrijnen
om er te bidden voor geluk. Geboortes en huwelijken worden meestal
in de Shintoïstische traditie gevierd. De dood wordt echter in het
Shintoïsme als kwaadaardig beschouwd en begrafenissen worden daarom
meestal in de Boeddhistische traditie gehouden.
|
|
|
 |
SAMENLEVING,
ECONOMIE EN POLITIEK
Tegen het einde van de 19e eeuw was Japan volledig geïndustrialiseerd.
De textielindustrie was op dat moment erg belangrijk voor het land.
Japan was in 1945 een van de verliezers van de Tweede Wereldoorlog
en de economie stortte in. Bijna de gehele vloot - in de jaren dertig
van de 20e eeuw nog een van de grootste ter wereld - was bijna geheel
vernietigd. Aan het einde van de jaren vijftig had Japan zich opnieuw
tot een industriële grootmacht ontwikkeld. In de jaren zeventig
werd het het meest geïndustrialiseerde land in Azië en na de Verenigde
Staten is het nu de grootste economie ter wereld.
In de jaren vijftig en zestig groeide de zware industrie sterk.
Japan is een van de belangrijkste producenten van staal, machines
en motorvoertuigen. In de jaren tachtig werd het de belangrijkste
exporteur van hoogwaardige technologische producten, zoals elektrische
apparaten en computers.
De ooit zo belangrijke landbouwsector is nu van minder groot belang
voor de Japanse economie. Aan het begin van de jaren negentig was
hier nog maar 8 procent van de bevolking werkzaam. Landbouwgrond
is schaars en het wordt intensief bewerkt. De belangrijkste gewassen
zijn rijst en andere granen. De visserij is erg ontwikkeld en de
opbrengsten zijn enorm.
Het Japanse onderwijssysteem is veelomvattend en effectief. Kinderen
zijn verplicht om minimaal negen jaar naar school te gaan, maar
de meeste Japanse kinderen blijven veel langer op school. |
|
 |
 |
CULTUUR
Japan is er door zijn eeuwenlange isolement in geslaagd om zijn
onafhankelijkheid en eigen cultuur te behouden. De hedendaagse Japanse
samenleving koestert de oude culturele tradities en is tegelijkertijd
een moderne industriële natie. Aan de ene kant worden traditionele
waarden, familie-eer en voorouder-verering gehandhaafd. Aan de andere
kant hebben urbanisatie en industrialisering de samenleving grondig
veranderd. De Japanse waarden en normen veranderen ook omdat de
nieuwe generaties vaak in een stedelijke omgeving opgroeien.
De rol van de vrouw in de Japanse samenleving is ook langzaam aan
het veranderen. Belangrijke vrouwen, zoals de socialistische leider
Doi Takako en prinses Masako (die aan Harvard studeerde en in 1993
met kroonprins Naruhito trouwde) hebben eraan bijgedragen dat het
nu meer geaccepteerd is voor vrouwen om buitenshuis te werken. De
arbeidsmarkt bestaat voor bijna twintig procent uit vrouwen, hoewel
de meeste van hen tijdelijke of parttime banen hebben. Er wordt
nog steeds van vrouwen verwacht dat ze het huishouden doen en de
kinderen opvoeden, zodat de mannen zich aan hun werk kunnen wijden.
De Japanse echtscheidingscijfers stijgen, maar zijn nog altijd laag
in vergelijking met westerse landen. De sterke Japanse familiestructuur
vormt de basis van het sociale systeem. |
|
 |
 |
|
"The
Big Myth" © Distant Train 2002 |