De Dogon hebben een animistische religie: ze geloven dat alles in de natuur een levende ziel heeft. In de wereld van het Dogon-volk heeft alles een betekenis. De Baobab is bijvoorbeeld een heilige boom die nooit en te nimmer omgezaagd of verkocht mag worden. Ook de vos, de slang

en de krokodil zijn heilige wezens die een belangrijke rol in de mythologie van het Dogon-volk spelen en ze mogen dan ook nooit gedood worden.

Amma was de belangrijkste god voor de Dogon. Hij schiep de zon, de aarde en de mensen. Nadat Amma Moeder Aarde had gemaakt uit klei, verkrachtte hij haar en baarde ze meerdere tweelingen. Samen vormen ze de godenwereld van de Dogon. Arou was de jongste van de vier bovennatuurlijke broers die de oervoorouders waren van de Dogon. Arou leidde zijn volk in een mythische tocht naar Bandiagra. Dit werd het thuisland van de Dogon. Op het moment dat de vier broers de steile rotsen van Bandiagara naderden gaf Arou een schreeuw en nam daarmee het land in bezit. Dyon zag wat zijn jongste broer deed en werd ziedend van woede, want hij vond dat hem als oudste van de vier boers het land toekwam. Daarom liet hij Arou achter aan de kant van de weg. Hier kwam Arou een oude vrouw tegen die hem bovennatuurlijke krachten gaf. Deze krachten beschermden het Dogon-volk tegen de dieren uit de omgeving en ze zorgden ook voor regen. Bleke Vos was een onnatuurlijke en sociaal onaangepast wezen. Hij was geboren nadat Amma en Moeder Aarde voor de eerste keer hadden gepaard. Alle hemelse kinderen werden als tweelingen geboren: de één met mannelijke kenmerken, de ander met vrouwelijke. De bleke vos was geboren zonder placenta en had geen vrouwelijke kenmerken. Daarom is hij het symbool van de eenzaamheid. De mythes over de bleke vos gaan over de chaos die volgt wanneer de mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten niet meer in balans zijn. Domno was een van de vier mythische broers (zie: Arou).

Dyon was de oudste van de vier mythische broers en hij reed op een paard terwijl hij Arou, de jongste broer, op zijn schouders droeg (zie: Arou). Krokodil was een heilig dier. Hem werd verondersteld dat hij het Dogon-volk naar het water had geleid tijdens de mythische reis door Afrika. Het Dogon-volk was toen op weg naar z'n huidige thuisland, dat "Falaise de Bandiagara" genoemd wordt. Lebe Serou was een god van de landbouw die aanbeden werd in de cultus van de Lebe. Volgens de mythe droegen de vier grondleggers van het volk (Arou, Domno, Dyon en Ono) ieder een deel van de aarde dat verbonden was met hun vroegste voorouder, Lebe Serou, naar hun nieuwe land. De belangrijkste kenmerken van de Lebe-cultus zijn het handhaven van de wetten van de landbouw en de vernieuwing van het land van de Dogon en de mensen die erop leven. Nommo waren visachtige wezens met een menselijke romp en de staart van een slang. De Nommo zijn de mythische tweelingen die geboren werden nadat Amma en Earth voor de tweede keer hadden gepaard. Ze zijn de watergeesten.

Ono was een van de vier oervoorouders van de Dogon en hij was de grondlegger van het gebied waar de Dogon zich vestigden (zie: Arou). Slang was een heilig dier die de vijanden van de Dogon misleidde terwijl het volk z'n mythische reis naar Bandiagara maakte. Smid was de eerste van de acht menselijke voorouders die uit de hemel op de aarde kwamen. Hij verscheen in een ark met daarin alles wat de mensen nodig hadden om te overleven. Hij leerde de mensen hoe ze gereedschappen moesten maken en hoe ze gewassen moesten verbouwen. Yoruga was een mannelijke god die geboren werd na het verbond tussen Amma en Moeder Aarde. Omdat hij te vroeg uit de baarmoeder was gekomen, waren hij en zijn zus onvolmaakt. De gehele mensheid komt voort uit deze twee wezens; net als deze goddelijke tweeling zal zij nooit volmaakt zijn.

TALEN FORUM SCHRIJF:ZELF LINKS LERAREN HOME

"The Big Myth" © Distant Train 2002