 |
|
|
Het
Dogon-volk leeft in het Centraal-Afrikaanse land Mali. Tot
voor kort slaagde de stam erin zijn cultuur te beschermen
tegen vijandige stammen, kolonisten en de moderne beschaving.
Dit kwam met name doordat het leefgebied van de Dogon geïsoleerd
is van de rest van de wereld. Het
volk woonde
|
 |
|
|
namelijk tussen de steile rotsen en op het plateau van de regio Bandiagara.
Ook vandaag de dag leven de Dogon nog zonder elektriciteit, riolering
of wegenstelsel. Bezoekers aan
het "Pays Dogon" dienen te voet te gaan of gebruik te maken
van ezelkarren. Ze doen er verstandig aan om zich te laten vergezellen
door een gids die hen kan waarschuwen voor de heilige (en soms verboden)
plaatsen die overal te vinden zijn. |
 |
 |
GESCHIEDENIS
De geschiedenis van de Dogon werd mondeling van generatie op generatie
doorgegeven. Zo weten de Dogon dat hun voorouders ergens rond de
10e eeuw naar Bandiagara zijn gekomen. Deze voorouders waren vier
broers met de namen Dyon, Ono, Arou en Domno. Bewoners van de verschillende
streken beweren dat ze nakomelingen zijn van een van deze vier broers.
De Dogon woonden aanvankelijk (van de 10e tot de 13e eeuw) westelijk
van de rivier de Niger. Ze kwamen rond de 14e of 15e eeuw in het
Bandiagara-gebied terecht. Voor 1921 woonden de Dogon tussen de
steile rotsen en op het plateau. Hier waren ze veilig voor oorlogszuchtige
stammen, zoals de islamitische Peul, die regelmatig het territorium
van de Dogon binnendrongen. Pas nadat Franse kolonisten het gebied
in 1921 onder controle hadden gekregen verspreidde het Dogon-volk
zich over de vlaktes. Hier was er meer water en het land was gemakkelijker
te cultiveren. |
|
 |
 |
RELIGIE
De Dogon praktiseerden een animistische religie. Centraal staat
de verering van de Amma, de scheppende god. Ook geloven ze in de
beschermende geesten van de voorouders.
De Dogon
kennen vier belangrijke religieuze cultussen: de Awa-cultus, ook
wel bekend als de cultus van de maskers, is enkel bedoeld voor
de mannen. De mannelijke stamleden dienen zich te houden aan strenge
gedragsregels, taboes en verantwoordelijkheden. Ze spreken een
geheime taal. Alle jonge mannen die meedoen aan de Awa-cultus
worden ingewijd in de geheimen die verbonden zijn aan de maskers.
Vrouwen en kinderen mogen hier niet aan mee doen. Bij de cultus
van Binou zijn bepaalde gezinnen verbonden met een beschermend
totem, vaak in de vorm van een dier. De cultus van de voorouders
bestaat uit het onderhouden van goede relaties tussen de levenden
en de doden. De vierde cultus wordt Lébé genoemd.
Hierbij staat de landbouw centraal en de mythische Nommo worden
aanbeden. Het belangrijkste ritueel ten bate van de landbouw wordt
Bulu genoemd. Dit vindt jaarlijks plaats vóórdat
de eerste regen valt en de gewassen geplant worden.
Het meest
geheimzinnige onderdeel van de religie van de Dogon is hun mythe
over de Nommo en een ster met de naam Sirius B. Het Dogon-volk
noemt deze ster Po Tolo. In de jaren '20 vertelden ze een Franse
antropoloog over deze kleine en bijzonder heldere ster die om
Sirius A zou draaien, de helderste ster aan de hemel. Pas in de
jaren '70 waren mensen in staat om via telescopen de ster ook
werkelijk te zien. De Dogon beweren dat de Nommo, de geesten die
half-vis, half-mens zijn, hen over het bestaan van Sirius B verteld
hebben. Nommo waren mythische wezens die volgens de Dogon afkomstig
waren van het sterrenstelsel van Sirius. Sinds het ontstaan van
de geschiedenis begeleiden ze het Dogon-volk. Het bijzondere verhaal
over Po Tolo leidde tot veel speculaties in de wereld van de wetenschap.
Carl Sagan schreef een boek met het verhaal dat de Dogon in het
verleden waren bezocht door buitenaardse wezens.
|
|
 |
 |
SAMENLEVING,
ECONOMIE EN POLITIEK
De Dogon verbouwen hoofdzakelijk gierst, sorgum (een tropisch graangewas),
rijst, uien, bonen en tabak. Hun uien zijn erg beroemd en ze worden
geëxporteerd naar het hele gebied rond Soedan. Een ander bekend
product van het volk is Dogon (bier). Naast het bedrijven van landbouw
houden ze kuddes geiten en schapen en ze hebben wat koeien en kippen.
Bij gebrek aan wilde dieren is de jacht van gering belang voor het
dagelijkse voedsel van de Dogon. Eén keer per jaar gaan ze
gezamenlijk op visvangst.
De Dogon
wonen in grote huishoudens die Gina genoemd worden. Een Gina bestaat
meestal uit een polygaam gezin: een man met verschillende vrouwen
en hun kinderen. In de dorpen van de Dogon wonen meestal gezinnen
die afstammen van dezelfde (mannelijke) voorouder. Hun leefvorm
wordt een patrilineaal genoemd. Deze afstammelingen van de gezamenlijke
voorouder bezitten huizen en landbouwgronden, hebben hun eigen
altaren en ceremonies en beschikken over een eigen begraafplaats.
Het hoofd van de patrilineale woongemeenschap wordt Gina Bana
genoemd. Hij is de oudste mannelijke afstammeling van de gemeenschappelijke
voorouders. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de Gina
Bana is het leiden van de ceremonies. Hij is tevens de aanvoerder
van een ouderenraad, waar alle volwassen mannen van de groep deel
van uitmaken. De raad en de Gina Bana geven advies bij familievetes,
ze beheren de eigendommen en sturen vertegenwoordigers naar de
dorpsraad.
|
|
 |
 |
CULTUUR
De Dogon zijn bekend vanwege hun prachtige, uit hout gesneden maskers
en hun houten figuren. Een bijzonder geliefd motief bij het schilderen,
het maken van maskers en houtsnijwerken is Kanaga, een religieus
symbool met een menselijke vorm, waarbij de twee armen naar de hemel
rijken en de twee benen op de aarde staan. Het symboliseert het
leven als een fase tussen de aarde en de hemel. De meest gebruikelijke
kleuren die de Dogon in de kunst gebruiken zijn rood, zwart en wit.
Typische patronen van de Dogon zijn spiralen en schaakbordmotieven.
Deze motieven hebben allemaal te maken met de verhalen over de herkomst
van de Dogon.
Menstruerende
vrouwen dienen zich bij de Dogon af te zonderen in speciale onderkomens.
Ze mogen deze niet verlaten, zolang hun menstruatie duurt. De
Dogon geloven namelijk dat bloed mogelijk kwade geesten aantrekt.
Voor de vrouwen heeft deze maandelijkse pauze ook voordelen: de
andere stamleden voorzien hen van voedsel en ze kunnen uitrusten
van het werken op het land en het zorgen voor de kinderen. Een
omstreden gebruik bij de Dogon is de vrouwenbesnijdenis waarbij
een deel van de genitaliën van de jonge vrouwen wordt verwijderd
om ze zo "spiritueel te reinigen". De vrouwen lijden
vaak veel pijn, medicijnen komen er niet aan te pas en de gereedschappen
zijn niet gesteriliseerd. Niet zelden sterven er vrouwen bij dit
ritueel. De vrouwenbesnijdenis is nauw verbonden met het scheppingsverhaal
en de religie van de Dogon; de eerste vrouwenbesnijdenis werd
uitgevoerd bij Moeder Aarde en dit werd door Amma zelf gedaan.
Het ritueel vindt veelal plaats in samenlevingen waarin er veel
waarde gehecht wordt aan de vrouwelijke maagdelijkheid en de traditionele
machtsstructuur waarbij mannen domineren.
|
|
 |
 |
|
"The
Big Myth" © Distant Train 2002 |