|
|
|
Tegenwoordig
zijn er ongeveer drie miljoen Zoeloes. De meeste van hen wonen
in de Zuid-Afrikaanse provincie Natal. Soms wordt dit gebied
ook wel Zoeloeland genoemd. Het heeft een erg warm klimaat.
|
|
|
|
|
|
GESCHIEDENIS
De Zoeloes maakten oorspronkelijk deel uit van een grotere groep,
de Nguni. In de 16e eeuw migreerden ze vanuit Centraal-Afrika in
zuidelijke richting naar de regio Natal. Ze bouwden bijenkorfachtige
nederzettingen die van gras gemaakt waren.
De Zoeloes geloven dat ze directe afstammelingen zijn van een leider
met de naam Zoeloe (dat "hemel" betekent in de taal van de Nguni).
Na de dood van Zoeloe noemden zijn nakomelingen zich abakwaZoeloe
(mensen van Zoeloe). De Zoeloes noemen zichzelf ook wel Abantsundu,
dat "bruine mensen" betekent.
Aan het begin van de 19e eeuw waren de Zoeloes onder leiding van
de machtige en gewelddadige Shaka de sterkste militaire macht van
zuidelijk Afrika geworden. Ze overvielen en vermoordden tal van
naburige volkeren en ze roofden hun land, bezittingen en vrouwen.
Rond 1830 werden ze geconfronteerd met de groeiende invloed van
Europese kolonisten. De Britten wilden geheel zuidelijk Afrika in
hun macht krijgen.
Het was niet voor het eerst dat Europeanen hun macht in zuidelijk
Afrika hadden doen gelden. De eerste kolonisten kwamen in 1488.
Veel blanken (Engelsen, Nederlanders, Duitsers en Fransen) vestigden
zich rond 1600 op de nabijgelegen Kaap de Goede Hoop. De Europeanen
haalden er zwarte slaven naar toe om voor hen te werken. Veel blanke
kolonisten wilden niet door de Britten geregeerd worden. Ze noemden
zichzelf Afrikaners of Boeren en spraken hun eigen taal: het Afrikaans.
Jarenlang bevochten de Afrikaners en Engelsen elkaar om de zeggenschap
over het gebied.
Als gevolg van de toenemende spanningen tussen de Zoeloes en de
Europeanen brak er in 1879 een oorlog uit. De Zoeloes slaagden er
aanvankelijk in om de Britten terug te dringen, maar na verloop
van tijd gingen ze ten onder aan de superieure wapens waarover de
vijand kon beschikken. De laatste poging om het land van de Britse
overheersing te bevrijden was in 1906.
Nadat de Britten de Zoeloes hadden verslagen werd Zuid-Afrika een
Britse kolonie. In 1910 werd het land onafhankelijk. In de nieuwe
staat (die de Unie van Zuid-Afrika genoemd werd) werd het Afrikaans
de overheersende taal. De blanken hadden alle macht en rijkdom in
handen. De zwarte inwoners werden als tweederangsburgers behandeld
en bleven uitgesloten van de politieke besluitvorming. In 1948 kwam
er een racistische regering aan de macht die de Apartheid invoerde.
Allerlei wetten maakten de Zoeloes en de overige niet-blanke bevolking
van Zuid-Afrika officieel tot minderwaardige burgers. De verschillende
etnische groepen werden gedwongen om gescheiden te leven van elkaar.
Gedurende de Apartheid probeerden de Zoeloes zich tevergeefs tegen
de blanke overheersing te verzetten.
Na de democratisering van Zuid-Afrika en de afschaffing van de Apartheid
kreeg het land in 1994 de eerste zwarte president: Nelson Mandela.
De Zoeloes streven sindsdien naar een vorm van autonomie binnen
Zuid-Afrika. Dit heeft de afgelopen jaren veel geweld tot gevolg
gehad. |
|
|
|
RELIGIE
De godsdienst van de Zoeloes is gebaseerd op het verhaal van
de goddelijke schepper Unkulunkulu en de verering van de voorouders.
De schepper is almachtig, maar heeft weinig te maken met het alledaagse
leven. De wereld van de geesten is daarentegen te allen tijde aanwezig
in het geloof van de Zoeloes. Ze geloven dat de geest van een overledene
waakt over de mensheid. Voor de mensen is het mogelijk om tijdens
speciale ceremonies in contact te komen met de wereld van de geesten
en de voorouders.
De geesten van de overledenen stellen het op prijs wanneer de herinnering
aan hen niet verloren gaat. Daarom brengen de mensen offers (zoals
bier en vlees) aan de geesten. Het belang van de geestenverering
is zo groot dat er tal van rituelen zijn in het dagelijkse leven
van de Zoeloes om de geesten gunstig te stemmen. Volgens het traditionele
Zoeloegeloof is ongeluk te wijten aan kwaadaardige magie of aan
geesten die beledigd zijn. Een ander belangrijk onderdeel van de
religie van de Zoeloes is hygiëne. Soms wassen ze zich wel drie
keer per dag.
Aan het einde van de 18e eeuw probeerden missionarissen de Zoeloes
tot het Christendom (vooral het Protestantisme) te bekeren. Vanwege
hun sterke gevoel voor gemeenschap is dit slechts gedeeltelijk gelukt.
Het huidige Zoeloegeloof is veelal een vermenging van de traditionele
godsdienst en het Christendom. |
|
|
|
SAMENLEVING,
ECONOMIE EN POLITIEK
In de afgelopen eeuwen gaven de Zoeloes er de voorkeur aan te wonen
in kleine nederzettingen die "kralen" genoemd werden. De hutten
vormden een cirkel en in het midden bevond zich een onderkomen voor
de dieren. Oorspronkelijk werden de hutten gebouwd van kleine bomen
waarop matten van gras waren gelegd. De vloer werd uit klei en de
uitwerpselen van koeien gemaakt.
De traditionele Zoeloe-samenleving had een "chief" en een koning.
Een chief had de zeggenschap over verschillende nederzettingen en
hij nam alle belangrijke beslissingen. Er was slechts één Zoeloe-koning.
Deze vertegenwoordigde alle Zoeloes en speelde eeuwenlang een belangrijke
rol in de politiek binnen het Zoeloe-gebied. Bovendien vertegenwoordigde
hij de Zoeloes op internationaal niveau. Vandaag de dag worden de
Zoeloe-leiders nog steeds gerespecteerd, maar de traditionele machtsstructuur
botst met de centrale en democratische regering van Zuid-Afrika.
De Zoeloes wonen voornamelijk in afgelegen gebieden. Ze houden vee
en verbouwen graan en groente (zoals bonen, zoete aardappelen en
gierst). De mannen en jongens zijn van oudsher verantwoordelijk
voor het vee, de geiten en de schapen, terwijl de vrouwen zich met
de landbouw bezighouden.
Mannen hebben een dominante rol binnen de Zoeloe-gezinnen. Ze bezitten
de hutten, nemen de beslissingen, ontvangen bezoekers en voeren
oorlog. Het is de mannen toegestaan om meer dan één vrouw te hebben.
Meisjes leren te koken, het land te bewerken en de kinderen op te
voeden. Na hun huwelijk trekken de Zoeloe-vrouwen meestal in bij
hun echtgenoot en zijn familie. In ruil hiervoor schenken de echtgenoot
en zijn familie vee aan de familie van de bruid. Vroeger was het
enkel door de vader mogelijk om iets te erven. Moeders zijn verantwoordelijk
voor de kinderen, maar de kinderen groeien vaak op tussen een groot
aantal volwassenen. Zij worden allemaal als familie gezien.
De Zoeloes die in stedelijke gebieden wonen, lijden nog steeds onder
de geschiedenis van de Apartheid. Ze hebben het moeilijk om werk
te vinden en meestal doen ze ongeschoold werk (de mannen) of werken
thuis (de vrouwen). |
|
|
|
CULTUUR
De Zoeloes hebben nauwe banden met andere groepen Nguni, zoals de
Swazi en de Xhosa. De culturen van deze volkeren lijken erg op elkaar.
De Zoeloes spreken de Kwazoeloe-taal (een vermenging van verschillende
andere talen).
Van oudsher houden mannen en vrouwen zich bezig met verschillende
ambachten en kunsten. De Zoeloe-vrouwen zijn nog het meest bekend
vanwege hun kralenkettingen en manden, terwijl de mannen houtsnijwerken
en voorwerpen van dierenvellen maken.
Poëzie is voor de mannen lange tijd een belangrijke kunstvorm geweest.
De traditionele verzen roemen de koningen en de nationale helden.
Vandaag de dag gaat de inhoud meer over de politiek, de geschiedenis
van de Apartheid en het huidige leven van de Zoeloes. Het vertellen
van verhalen en het bespreken van raadsels zijn van oudsher belangrijke
vormen van vermaak geweest. |
|
|
|
|
"The
Big Myth" © Distant Train 2002 |