 |
|
 |
Noorwegen
ligt in het noorden van Europa en vormt het westelijke gedeelte
van Scandinavië. Het land is in het noorden, westen en zuiden
omsloten door de zee; enkel aan de oostelijke kant heeft het
een grens met andere
|
 |
|
|
landen:
Zweden, Finland en Rusland. Tegenwoordig
wonen er 4,5 miljoen mensen en bijna de helft van de bevolking woont
in het zuiden van het land, in en rond de hoofdstad Oslo.
|
 |
 |
GESCHIEDENIS
De eerste bewoners van Noorwegen waren jagers die in kleine nederzettingen
woonden. Na verloop van tijd, zo ongeveer tussen 1500 en 500 v.
Chr. begonnen de Noren ook landbouw te bedrijven. Rond 800 v. Chr.
begonnen de Vikingen, de bewoners van het zuiden en westen van het
gebied, weg te trekken op zoek naar nieuwe woonplaatsen. De naam
Vikingen betekent "mannen van de Vik", een uitgestrekt gebied langs
de Noors-Zweedse grens. Samen met andere groepen Vikingen uit andere
delen van Scandinavië (Zweden en Denemarken) zeilden de Noorse Vikingen
in westelijke richting. Ze vielen andere landen binnen (Ierland,
Schotland, Engeland en Frankrijk) en vestigden zich hier. Ook bouwden
ze nederzettingen in gebieden die tot op dat moment nauwelijks bewoond
waren, zoals Groenland. Ze maakten ontdekkingsreizen die hen helemaal
tot aan de Amerikaanse oostkust brachten.
Vikingen waren vaardige zeemannen en het lukte hen om stevige en
snelle schepen te bouwen die zowel voor het voeren van oorlog als
voor de ontdekkingsreizen konden worden gebruikt.
In de 11e eeuw vestigden de Vikingen een Scandinavisch rijk dat
bestond uit Engeland, Denemarken en Noorwegen. Na verloop van tijd
veranderde de samenleving van de Vikingen. Stamhoofden en hun families
kregen steeds meer bezittingen, land en macht; ze kregen de beschikking
over handelsroutes en de eerste grotere nederzettingen ontstonden.
Ook de religie veranderde onder invloed van de ontdekkingsreizen,
die ze in contact hadden gebracht met christelijke monarchieën.
Olaf II, een Viking-leider, bekeerde zich tot het christelijk geloof
en na zijn terugkomst in Noorwegen in 1015 werd hij de koning van
Noorwegen en zo introduceerde hij het christendom in zijn land.
In de volgende eeuwen werd Noorwegen geregeerd door één koning en
het land was goed georganiseerd. Een grote terugslag volgde toen
een pestepidemie de Noorse bevolking decimeerde. Denemarken en Zweden
kregen het nu in Noorwegen voor het zeggen en onder de Deense koningin
Margaret I werd het land in 1387 ingelijfd door Denemarken. Tien
jaar later werd ook Zweden opgenomen in dit rijk.
De rol van Noorwegen werd minder belangrijk. De Zwarte Dood en andere
epidemieën hadden tot gevolg dat veel boerderijen verlaten werden
en de aristocratie (de heersende klasse in Noorwegen) kon niet meer
over haar werkkrachten beschikken.
In de volgende eeuwen herstelde de landbouw en de houthandel (Noorwegen
heeft uitgestrekte bossen) zich. Tot 1814 bleef Noorwegen echter
een provincie van Denemarken.
In 1814 maakte Noorwegen zich los van Denemarken. De Noorse onafhankelijkheid
werd echter niet gesteund door de grootmachten en Zweden ging in
de aanval. Na een korte oorlog werd er een overeenkomst bereikt.
De Zweedse kroonprins accepteerde de Noorse grondwet en Noorwegen
sloot zich deels aan bij Zweden. Beide landen hadden een gemeenschappelijke
monarchie en ze deelden ook het buitenlands beleid. Het Noorse parlement
ging over de eigen nationale aangelegenheden.
Nadat Noorwegen verschillende keren geprobeerd had geheel onafhankelijk
van Zweden te worden, werd er in 1905 een regeling getroffen: de
Zweeds-Noorse staat werd opgeheven en Noorwegen werd zelfstandig.
Het land hield zich afzijdig tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar
tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bezet door Duitsland. |
|
 |
 |
RELIGIE
De natuur en de natuurlijke krachten, zoals vuur en kou waren
erg belangrijk voor de oude Noren en de elementen speelden dan ook
een belangrijke rol in de mythologie. De wereld werd voorgesteld
als een grote boom (Yggdraisil) die z'n wortels tot diep in de aarde
had.
De Noorse goden en godinnen hadden menselijke karaktertrekken. Net
zoals de Griekse goden, vochten ze vaak en waren ze het slachtoffer
van gewelddadige emoties. Ze beschikten over magische gaven, maar
in tegenstelling tot de goden in veel andere culturen, waren ze
niet onsterfelijk.
De Noren geloofden dat de goden hen konden beschermen tegen kwade
krachten, maar ze moesten hier wel wat tegenover stellen. Het offeren
van een waardevol dier was een ritueel waarmee men de goden gunstig
probeerde te stemmen. Vooral in de tijd van de Vikingen ontstond
er een rijke traditie rond de begrafenis van de doden. De overledenen
konden niet worden begraven zonder dat er geschenken in hun graven
gelegd waren.
Naast het aanbidden van hun goden en godinnen, geloofden de Noren
ook in de magische krachten van andere wezens. |
|
|
 |
SAMENLEVING,
ECONOMIE EN POLITIEK
Sinds het begin van de 20e eeuw vormen de enorme voorraden olie,
vis, hout en mineralen de basis van de Noorse industriële ontwikkeling.
Tegenwoordig is Noorwegen een welvarend land met grote ondernemingen.
Veel mensen verrichten hoogwaardig technisch werk. Ook de landbouw
en de visserij zijn belangrijke bedrijfstakken.
Tegenwoordig is 90 procent van de Noren lid van de Evangelisch-Lutherse
Nationale Kerk. Andere religieuze groepen zijn Rooms-katholieken,
Methodisten, Jehova Getuigen en Baptisten. Door de komst van Aziatische
immigranten zijn er in het moderne Noorwegen ook moslims en Boeddhisten.
Noorwegen is een constitutionele monarchie en Oslo is de hoofdstad.
In een referendum sprak de Noorse bevolking zich uit tegen het lidmaatschap
van de Europese Unie. |
|
 |
 |
CULTUUR
De voorouders van de hedendaagse Scandinaviërs, de Vikingen, waren
zeevarenden die het avontuur zochten. Ze hebben de Noorse cultuur
diepgaand beïnvloed. De cultuur van de Vikingen beleefde tussen
800 en 110 v. Chr. haar hoogtepunt. Hoewel ze vaak worden beschouwd
als gewelddadige rovers, waren de Vikingen ook handelaren, ontdekkingsreizigers
en bouwden ze nederzettingen. Archeologische vondsten tonen de rijkdom
van de Viking-samenleving. Ook veel traditionele volksverhalen hebben
hun oorsprong in deze cultuur.
In de tijd van de Vikingen, werden lichamelijke kracht, snelheid,
veerkracht en uithoudingsvermogen gezien als bijzonder belangrijke
menselijke eigenschappen. Er werden daarom sportwedstrijden georganiseerd
voor de mannen, zoals worstelen, pijl en boog schieten, speerwerpen,
zwemmen en skiën. De Vikingen waren ook bijzonder bedreven in het
bewerken van metaal. Ze maakten zwaarden, bijlen, speren en schilden,
maar ook prachtige sierraden. |
|
 |
 |
|
"The
Big Myth" © Distant Train 2002 |