|
|
|
India
is een staat in Zuid-Azië. Het is het op zes na grootste land
ter wereld en door deze grootte wordt India ook wel als een
subcontinent gezien. Het heeft een bevolking van meer dan
één miljard mensen en is |
|
|
|
hiermee
na China het land met de meeste inwoners. De
officiële naam van het land is de Republiek India. Er zijn echter ook
nog twee andere namen voor het land die buiten India minder bekend zijn:
Bharat en Hindoestan.
|
|
|
GESCHIEDENIS
Er bestaan archeologische vondsten waaruit blijkt dat rond 2600
tot 2000 v. Chr. de Indus-cultuur begon in het noordwesten van India.
Rond 1500 v. Chr. drongen de Ariërs, een bevolkingsgroep afkomstig
uit Iran en zuidelijk Rusland, het noorden van India binnen. De
Ariërs hadden een blanke huidskleur en leefden als nomaden. Ze drongen
de Dravidiërs, de inwoners van het noorden van India, naar het zuiden.
Om deze reden wordt ervan uitgegaan dat de bevolking van Noord-India
afstamt van de Ariërs en dat de inwoners van Zuid-India de nakomelingen
zijn van de Dravidiërs. Veel Dravidiërs zien zichzelf als de oorspronkelijke
Indiërs en ze vinden dat hun cultuur de oudste Indiase cultuur is.
Na de Ariërs drongen andere volkeren het Indiase grondgebied binnen.
Het oude Perzische Rijk breidde in 516 v. Chr. zijn gebied uit tot
India en Alexander de Grote bereikte het tegenwoordige Pakistan
in 326 v. Chr. Hij waagde zich tot aan de grens van het hedendaagse
India en kort hierna werden er Griekse nederzettingen gebouwd. Gedurende
de loop der eeuwen kwamen er nog andere indringers (bijvoorbeeld
de Scythiërs en de Hunnen) naar India om er voor korte of langere
tijd hun koninkrijken te vestigen.
Tussen de 8e en de 13e eeuw, kreeg India te maken met Turkse, Arabische
en Afghaanse indringers. Ze brachten de Islam naar India. Deze religie
oefende een sterke invloed uit op een deel van het Indiase subcontinent.
Aan het begin van de 20e eeuw was ongeveer een kwart van de Indiase
bevolking moslim.
De Indiërs vestigden ook hun eigen koninkrijken. Vaak voerden deze
gebieden oorlog met elkaar om zo hun macht uit te kunnen breiden.
De koninkrijken die in verschillende delen van India ontstonden,
brachten een verscheidenheid aan culturen en tradities voort.
De Mogols waren wellicht de beroemdste van de Indiase koninkrijken.
Op het hoogtepunt hadden de Mogols het voor het zeggen in het hele
noordelijke gedeelte van India, het tegenwoordige Pakistan en in
grote delen van zuidelijk India. Vanwege interne onenigheid verzwakte
rond 1700 het rijk van de Mogols. Gedurende deze instabiele periode
grepen verschillende Europese grootmachten (Engeland, Frankrijk,
Nederland, Denemarken en Portugal) hun kans en ze brachten delen
van India binnen hun invloedssfeer.
De Europeanen kwamen vooral vanuit economische redenen naar India.
Aanvankelijk verbouwden ze er gewassen en bouwden ze fabrieken.
Later vormden ze legers om hun belangen te beschermen en zo groeide
hun macht. Op den duur kreeg Groot-Brittannië India in zijn macht.
De Britten oefenden hun macht uit via twee bestuurssystemen. India
werd hiertoe opgedeeld in "Provincies" en "Prinselijke Staten".
De Provincies waren Brits territorium en de Britten konden er onbeperkt
hun macht laten gelden. De Prinselijke Staten waren gebieden in
Brits India met een eigen machthebber, zoals een koning, Maharadja
of Radja Deze lokale machthebbers moesten zich onderwerpen aan het
Britse koninkrijk.
India werd in 1947 onafhankelijk van Groot-Brittannië, maar het
Britse leger verliet pas in 1950 het land. |
|
|
|
RELIGIE
De oudste godsdienst van India is het Vedisme. Deze religie kwam
rond 1500 v. Chr. naar India via de Arische stammen die langzaam
de vroegere Indus-Beschaving verdrongen. De aanhangers van het Vedisme
geloofden in het bestaan van meerdere goden. Er werden talrijke
mannelijke goden aanbeden die verbonden waren met de hemel en de
natuurlijke krachten.
De Vedische priesters waren bekend als Brahmanen. Bij de Vedische
ceremonies draaide het om het brengen rituele dieroffers waarbij
een alcoholische drank (soma genaamd) werd gedronken. De gelovigen
brachten de goden offers om hun welwillendheid en bescherming af
te dwingen.
In de loop der eeuwen, werden de Vedische rites steeds ingewikkelder:
er ontstonden tal van regels, gezangen en gebeden. Slechts geoefende
Brahmanen en priesters konden deze rituelen correct uitvoeren. Men
geloofde dat het maken van fouten bij de rites tot rampen kon leiden.
In antwoord op deze zeer complexe rituelen en vanwege het feit dat
de Brahmanen steeds meer macht kregen, begon het Vedische geloof
te veranderen. Tegen de 6e eeuw v. Chr. werd het Vedisme langzaam
door het Hindoeïsme verdrongen. Het Vedisme en het Hindoeïsme zijn
twee verschillende godsdiensten. De Hindoes geloven dat het lot
van de mens afhankelijk is van zijn daden. Deze daden worden in
het Hindoeïsme "karma" genoemd. Een ziel die een goed karma heeft
aangenomen zal beloond worden met een beter leven tijdens de volgende
incarnatie. Zielen met een slecht karma zullen gestraft worden voor
hun zonden, hetzij in de huidige dan wel in de volgende incarnatie.
Dergelijke mensen zullen steeds weer opnieuw in deze wereld terechtkomen.
|
|
|
|
ECONOMIE,
POLITIEK EN SAMENLEVING
In de periode voor de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië, was
India nooit één natie geweest. Het land kreeg binnen z'n landsgrenzen
te maken met sterk uiteenlopende culturen, gebruiken en talen. De
meerderheid van de Indiase bevolking had slechts weinig gemeenschappelijk:
bepaalde Hindoeïstische gebruiken, het kastensysteem en het kinderhuwelijk,
bijvoorbeeld. Religieuze minderheden, zoals Moslims, Boeddhisten,
Sikhs en Christenen, vormen eenzesde deel van de bevolking. Het
éénwordingsproces van India verliep door de grote verschillen tussen
de bevolkingsgroepen erg moeizaam. De spanningen hebben in de loop
der jaren heel wat geweld tot gevolg gehad.
Godsdiensten, vooral het Hindoeïsme, hebben een belangrijke invloed
op de Indiase samenleving gehad. Een van de belangrijkste voorbeelden
van die invloed is het kastensysteem. Lange tijd gingen mensen ervan
uit dat iedereen wordt geboren in een bepaalde kaste en dat dit
onveranderbaar is. De kaste bepaalde voor een groot deel het beroep
en het sociale leven van de mensen. Hindoes, maar ook aanhangers
van andere godsdiensten, beschouwen zichzelf als leden van een van
deze kasten. Ze worden "varna's" genoemd. Varna's hebben een sociale
functie: Brahmanen (priesters) staan boven aan de sociale hiërarchie
en onderaan bevinden zich de "onaanraakbaren". Dit zijn de
mensen die het minst aangeziene werk deden. Ze werden als "vies"
beschouwd door de andere kasten en het contact met hen moest zoveel
mogelijk vermeden worden. De onaanraakbaren waren verplicht om hun
onderkomens in speciaal daarvoor bestemde gedeeltes van de steden
en dorpen te bouwen.
Er is veel veranderd in de Indiase samenleving en het kastensysteem
is nu niet meer zo strikt. De term "onaanraakbaar" wordt niet meer
gebruikt en de mensen die tot deze groep behoren worden nu ook wel
"Kinderen van God" genoemd (een term die Mahatma Gandhi heeft ingevoerd).
De Kinderen van God maken bijna eenzesde deel van de Indiase bevolking
uit. Ze zijn over het algemeen erg arm, werken meestal op het land
en verrichten arbeid die door velen nog steeds als "verontreinigd"
beschouwd wordt.
Economisch en sociaal heeft India sinds zijn onafhankelijkheid veel
vooruitgang geboekt. De infrastructuur en de industrie hebben zich
enorm ontwikkeld. Landbouwmethodes zijn verbeterd en de Indiase
wetenschap staat op een hoog pijl. De filmindustrie is de grootste
in de wereld, zelfs groter dan die van Hollywood.
Wetgeving heeft veel veranderd aan de onrechtvaardige behandeling
van "onaanraakbaren", minderheidsgroeperingen en vrouwen. In de
tijd dat India onafhankelijk werd had het land een aantal grote
leiders: Mohandas (Mahatma) Gandhi en Jawaharlal Nehru, de eerste
minister-president van India na de Britse bezetting. Onder hun leiding
ging India een belangrijke rol spelen in de wereldpolitiek. Het
land koos vaak de kant van de arme landen.
India heeft veel industrie, maar de landbouw overheerst nog steeds.
De meeste boerderijen leveren niet veel meer op dan het voedsel
voor de boeren en hun gezinnen. Bijna eenderde van de kleine agrarische
huishoudens bezit geen land en deze mensen hebben vaak nog een andere
baan.
Ondanks de economische en sociale vooruitgang is een groot deel
van de Indiase bevolking nog steeds erg arm. |
|
|
|
CULTUUR
Enkele van de oudste beschavingen en religies van de wereld vinden
hun oorsprong in India. Veel gebruiken hebben een religieuze oorsprong
en worden vaak bepaald door het kastensysteem. Veel traditionele
Indiërs zijn vegetarisch, terwijl anderen vlees van geiten, schapen
en kippen en ook eieren en vis eten. Schapen worden gehouden voor
zowel de wol als het vlees. Moslims en de meeste Hindoes eten geen
varkensvlees.
Een groot gedeelte van de plattelandsbevolking van India woont in
dorpen, maar de grote steden zijn erg snel gegroeid. New Dehli,
Bombay en Calcutta hebben ieder meer dan tien miljoen inwoners (Bombay
zelfs meer dan vijftien miljoen inwoners). De groei van de steden
wordt vooral veroorzaakt door de toename van het aantal banen in
het bestuursapparaat, de vestiging van grote industrieën vlakbij
de bevolkingscentra en de groei van de handel. |
|
|
|
|
"The
Big Myth" © Distant Train 2002 |